Groenonderhoud
De gemeente zorgt voor het onderhoud van het openbaar groen.
Dit onderhoud bestaat onder andere uit:
- snoeien;
- straten vegen;
- onkruidbestrijding;
- het maaien van gazons en bermen.
Het onderhoud van groenvoorzieningen, gazons en verharding doen wij volgens een vastgesteld beeldkwaliteitsniveau.
Bomen worden gesnoeid om de natuurlijke groei/vorm te bevorderen en om gevaarlijke situaties te voorkomen. Het complete bomenbestand controleren wij tenminste een keer in de vier jaar. Bij deze inspecties kijken we naar de aanwezigheid van stamscheuren, takbreuk, plakoksels (slechte aanhechtingen van takken op de stam), stamschot, rotting, schurende takken en zwamvorming. Ook kijken wij naar eventuele overlast en probleemtakken die de vitaliteit kunnen beïnvloeden.
Als de herfst zijn intrede heeft gedaan, laten de meeste bomen hun blad vallen. Dan is het tijd om blad te ruimen. Dat gebeurt door aannemers en onze medewerkers. Zij zuigen en vegen het gevallen blad op. Afhankelijk van het weer, zoals vorst en harde wind, valt het meeste blad in een periode van zes tot zeven weken. Dat is meestal in de weken 42 tot en met 48. Het opzuigen en opvegen van het blad gebeurt met meerdere machines met borstels, zuigslang en een opvangbak. Vooraf komt het blad met bladblazers bij elkaar op het gras of op een verharde ondergrond. Zo is het gemakkelijk op te ruimen. Na afloop vegen de gemeentelijke veegmachines ook nog de straat schoon. Blad uit eigen tuin, maar ook blad op de stoep en in gemeentegroen kan in bladkorven. Wij plaatsen de korven in de kernen. De omheiningen zijn alleen bedoeld voor bladafval en niet voor ander materiaal, zoals takken, stronken, groente-, fruit- en tuinafval. Onze medewerkers legen de bladkorven regelmatig. De locaties van de bladkorven zijn als volgt: In Dronten:
- De Morinel
- Jupiterweg
- Baskenstraat
- De Ketting
- De Fazant
- Kruidendreef
In Biddinghuizen:
- Verlengde baan
- Koolzaadhof
In Swifterbant:
- De Koningshof
- Fuikhoren
Van het vroege voorjaar tot in de herfst groeit het gras volop. Het maaimoment wordt bepaald door de lengte van het gras en de ruimte die de natuur krijgt. In de gemeente Dronten maaien we het gras op drie manieren:
- Regelmatig maaien: het gras blijft hierdoor kort. Om de trapvelden korter te houden worden deze nog vaker gemaaid;
- Minder maaien: het gras groeit wat langer en bloeiende planten blijven staan;
- Maaien en afvoeren: het gras en andere planten groeit een stuk langer. Na het maaien ruimen we het gemaaide op. Op deze manier halen we voedingstoffen weg. Hierdoor krijgen meer planten de kans om te groeien.
Op verschillende locaties in de dorpskernen zet de gemeente larven en poppen van lieveheersbeestjes uit in esdoorns en lindes. Dit vermindert de plaagdruk van de luizen in de bomen.
De rups van de buxusmot komt alleen voor op de buxus. Zodra de temperatuur in het voorjaar boven de 10 graden komt, worden de rupsen actief en eten ze de buxus op. Wees er snel bij om ze te bestrijden. De buxusmot plant zich meerdere keren per jaar voort en overwintert als jonge rups. Wilt u zelf wat doen tegen de buxusmot? Informatie vindt u op de website van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit. Buxusplanten of buxushagen horen niet thuis in de ondergrondse containers voor restafval. Hieronder staan de drie verschillende opties om van uw aangetaste buxusplant of haag af te komen:
- in kleine hoeveelheden mag de buxus in uw GFT-minicontainer. Let wel op dat u de planten niet te hard aanstampt in de bak anders komen ze er misschien niet uit bij het leegmaken;
- u kunt de aangetaste buxushaag of buxusplanten naar de milieustraat brengen.
Schade voorkomen door bestrijden
De mot zorgt voor dode blaadjes, kale takjes, bladskeletten en spinsel. Tijdens het hele groeiseizoen zijn er rupsen aanwezig die de buxus volledig kaal kunnen vreten. De plant krijgt daardoor geen kans te herstellen en zal uiteindelijk afsterven. Wees er snel bij om de rupsen te bestrijden, want in korte tijd maken ze complete buxushagen en -struiken kapot. Controleer uw buxus en haal alle rupsen weg (ook in de zomer en de herfst). De rupsen zitten vooral in de bovenste blaadjes. Aangevreten planten zijn vaak prima in staat om zich te herstellen, maar staan er dan wel een poos aangetast bij. Helaas blijven er vaak genoeg eitjes, rupsen of poppen aanwezig om de herstellende plant opnieuw kaal te vreten. Hebben de buren een buxus in de tuin? Dan is het belangrijk dat zij eveneens actief bestrijden. De buxusmot verspreidt zich namelijk snel.
Vervanging
Als alle buxusplanten zijn aangetast, is het een optie om de planten te vervangen door bijvoorbeeld een Japanse hulst. Dit is een plant die qua uiterlijk op de buxus lijkt en in de tuin dus hetzelfde effect heeft. Deze plant is echter ongevoelig voor de buxusmot en andere plagen die de buxus wél aantasten.
Eikenprocessierups
Eikenprocessierupsen zitten vanaf half mei t/m juli op eikenbomen. U herkent ze aan de opvallende nesten op de stammen of dikkere takken. U kunt ze ook zien als ze in een groep op zoek gaan naar voedsel.
Klachten door brandharen
Er is vooral overlast vanaf half mei t/m juli en bij verdere verspreiding van de brandharen uit lege nesten (juli-september). De brandharen kunnen door de wind meegevoerd worden en dringen gemakkelijk in de huid, ogen en luchtwegen. Wat er dan gebeurt, lijkt op een allergische reactie. Ook dieren, met name honden en paarden, kunnen klachten krijgen, wanneer ze in contact komen met de brandharen.
Hoe voorkomt u ongemak?
Vermijd elk contact met de rupsen en resten ervan, zoals met vrijgekomen brandharen en lege nesten. Zorg bij een bezoek aan een (natuur-)gebied met eikenprocessierupsen voor goede bedekking van de hals, armen en benen en ga niet op de grond zitten. Wat u kunt doen bij klachten:
- niet krabben of wrijven;
- verwijder de brandharen van de huid met plakband of kledingroller;
- spoel de huid en/of ogen goed met lauw water;
- was kleding op minstens 60° C;
- bestrijd de jeuk met verzachtende crème op basis van Aloë Vera, Calendula, Menthol of Eucalyptus.
Beheersing overlast
De eikenprocessierups kan voor vervelende situaties zorgen. Daarom beginnen we al op tijd met het nemen van maatregelen.
Uit voorzorg
We onderzoeken welke bomen vorig jaar het meest besmet waren. In en om die bomen gaan we biologisch bestrijden. Dit doen we onder andere door:
- aantrekken van natuurlijke vijanden, zoals koolmezen en pimpelmezen, door bijvoorbeeld het ophangen van nestkasten en het aanpassen van maaibeheer;
- op plekken waar veel rupsen voorkomen wordt preventief bestreden. Dit doen we met de biologische middelen Xentari en nematoden. Op de volgende locaties zijn de eiken preventief bestreden:
- Dronten: Gildepenningdreef, Guldendreef, Spoordreef en een gedeelte van het Dronterpad;
- Swifterbant: De Greente, De Lange Streek, De Kokkel, Dahliastraat, Noordhoren en Tijgerbloem.
Door Xentari en nematoden worden andere rupsen helaas ook gedood. Daarom gebruiken we deze middelen niet veel. We gebruiken dit alleen op locaties waar geen beschermde vlindersoorten aanwezig zijn. Ook gebruiken we dit niet in de buurt van natuurgebieden. Op dit moment is er nog geen bewezen effectief middel voor preventieve bestrijding beschikbaar dat alleen de eikenprocessierups doodt. Op deze kaart kunt u zien waar de eikenbomen in de gemeente Dronten staan.