Veelgestelde vragen vanuit bijeenkomst

Het doel van de avond was het informeren van inwoners en ondernemers en het ophalen en beantwoorden van vragen. Daarom is gekozen voor de opzet met individuele gesprekken.

In de beeldvormende vergadering van 14 december 2023 heeft de gemeenteraad besloten om de aanpassing van het beleid arbeidsmigrantenhuisvesting uit te stellen. Het voorstel werd onvoldoende rijp gevonden voor oordeelsvorming en besluitvorming.

De raad heeft het college van burgemeester en wethouders gevraagd om eerst in gesprek te gaan met omwonenden en andere belanghebbenden vóórdat de besluitvorming zou worden voortgezet.

Hieraan is vorm gegeven door de inloopavond in de Meerpaal waar bezoekers het gesprek met ambtenaren konden aangaan en waar zij hun vragen konden stellen. De resultaten van deze bijeenkomst worden aan de raad aangeboden als de besluitvorming weer wordt voortgezet.

Het college heeft medio juli besloten over het aangepaste voorstel, waardoor het voorstel in september ter besluitvorming kan worden aangeboden aan de gemeenteraad. De agendapunten voor de raadsvergadering moeten nog worden vastgesteld.

De vergaderkalender van de raad vindt u op de website: https://dronten.bestuurlijkeinformatie.nl/Calendar

In eerste instantie zal de gemeenteraad alleen een besluit nemen over de aanwijzing van locaties, waar geen bezwaar tegen open staat. Daarna volgt een traject van planontwikkeling en participatie. In hoofdlijnen ziet dit traject er als volgt uit:

  1. Onderzoek naar bouw- en gebruiksmogelijkheden (logies en/of wonen) op de locaties 1, 2 en 3 in verband met milieuzones. De uitkomst van het onderzoek levert de kaders op basis waarvan schetsplannen worden gemaakt;
  2. Op basis van de kaders stelt initiatiefnemer meerdere reële schetsplannen op. Deze schetsplannen geven onder andere het uiterlijk van de arbeidsmigrantenhuisvesting weer, hoe de locaties worden ingericht en ontsloten en hoe wordt voldaan aan de uitgangspunten over hetgeen we per locatie willen bereiken. (Zie vraag 54);
  3. De kwaliteitscommissie, bestaande uit in- en externe deskundigen, zal de verschillende schetsplannen beoordelen op basis van de hierboven onder 2 genoemde uitgangspunten. Schetsplannen die niet of onvoldoende voldoen, vallen af;
  4. Doorlopen van een participatietraject (dat zo nodig uit meerdere ronden bestaat) overeenkomstig artikel 8.1, lid 2 van het Afwijkingenbeleid. In dit traject worden de (overgebleven) schetsplannen besproken en becommentarieerd. Voorts wordt een voorkeur uitgesproken voor één of meerdere schetsplannen;
  5. Initiatiefnemer maakt een keuze voor een van de schetsplannen en werkt het gekozen model en de input uit het participatietraject uit in een conceptplan;
  6. De kwaliteitscommissie brengt een zwaarwegend advies uit inzake het conceptplan;
  7. Aan de raad wordt het conceptplan ter vaststelling voorgelegd;
  8. Start van het formele traject tot het verkrijgen van een buitenplanse omgevingsvergunning (waarbij betrokkenen een zienswijze kunnen indienen en een bindend adviesrecht van de raad geldt).

Naar verwachting duurt het traject zoals beschreven onder vraag 4 met de daarop volgende bouw enkele jaren.

Vanuit het algemeen belang is er een dringende vraag naar de realisatie van nieuwe arbeidsmigrantenhuisvesting daar is gebleken dat er een flink tekort is aan dergelijke huisvesting en een grote economisch behoefte. Hierbij doet zich echter het probleem voor dat de beschikbare en geschikte locaties die voor dit doel kunnen worden ingezet zeer schaars zijn. Andere en betere locaties dan de vier genoemde, zijn momenteel niet beschikbaar.

Daarnaast liep er over twee van de vier locaties een privaatrechtelijk onderhandelingstraject met De Regt. Dit traject had geschaad kunnen worden door een vroegtijdige openbaarmaking van de locaties.

Gelet op het voorgaande heeft het college ervoor gekozen om bij de voorgestelde aanwijzing van deze vier locaties géén actief participatietraject te doorlopen.

Wij erkennen dat de bewoners uit de omgeving van de locaties eerder en beter hadden kunnen worden geïnformeerd over het raadsvoorstel en zien dit als een verbeterpunt voor de toekomst.

In het afgelopen halfjaar zijn wij in gesprek gegaan met de omwonenden om vragen te beantwoorden en opmerkingen op te halen. Dit heeft er ook toe geleid dat het vervolgtraject met betrekking tot planvorming en participatie is uitgewerkt (zie vraag 4) en dat de uitgangspunten voor de kwaliteitscommissie zijn geformuleerd (zie vraag 54).

Huisvesting arbeidsmigranten
Zoals blijkt uit de beleidsvisie huisvesting studenten en tijdelijke arbeidsmigranten heeft de gemeente Dronten een groeiend tekort aan huisvesting voor arbeidsmigranten. Tijdelijke arbeidsmigranten zijn belangrijk voor de werkgelegenheid en economie in Dronten. Goede huisvesting is nodig om de continuïteit en groeiambities van de bedrijven in Dronten te behouden en realiseren.

Huisvesting studenten
In het verleden zijn te grote concentraties studentenwoningen in de woonwijk Dronten-Noord ontstaan met overlast als gevolg. Om deze te grote concentratie te verminderen heeft de gemeente gesprekken gevoerd met de verhuurder van een groot aantal studentenwoningen. In ruil voor de beëindiging van studentenbewoning biedt de gemeente ontwikkelingsmogelijkheden als compensatie voor de huurderving door de beëindiging van studentenverhuur.

De gemeente doorloopt het traject zorgvuldig en tracht met de diverse belangen zoveel mogelijk rekening te houden door enerzijds de overlast en overconcentratie te beperken en anderzijds beter gespreide studentenhuisvesting mogelijk te maken.

Bij het opstellen en uitwerken van de plannen speelt participatie een grote rol, zie het antwoord op vraag 4.

De reservelocatie is bedoeld als reserve als één van de andere locaties (Colijnweg, Oude IJssel of gronddepot) niet doorgaat, of met minder plaatsen doorgaat. De reservelocatie wordt nu niet verder uitgewerkt.

In principe is de reservelocatie alleen bedoeld als achtervang voor de andere voorgestelde locaties (Colijnweg, Oude IJssel of gronddepot).

In 2020 heeft de provincie Flevoland een onderzoek gepubliceerd over de huisvesting van arbeidsmigranten in Flevoland. Het provinciaal onderzoek geeft inzicht in de huisvestingsvraag voor arbeidsmigranten. De in het provinciaal onderzoek genoemde aantallen en groeiscenario’s zijn gebruikt om in de beleidsvisie huisvesting studenten en tijdelijke arbeidsmigranten de huidige en toekomstige huisvestingsvraag inzichtelijk te maken. In dit onderzoek wordt gesproken over een aantal van 1035. De uitkomsten van dergelijke onderzoeken zijn echter geen exacte cijfers, daarom is een aantal van 1050 gehanteerd. Er wordt op dit moment nog een onderzoek uitgevoerd voor recentere cijfers.

Zoals aangegeven in de beleidsvisie huisvesting studenten en tijdelijke arbeidsmigranten zijn tijdelijke arbeidsmigranten belangrijk voor de werkgelegenheid en economie in Dronten.
Uitgangspunt is dan ook dat tijdelijke arbeidsmigranten die in Dronten werken zoveel mogelijk in de gemeente Dronten kunnen wonen. Tijdelijke arbeidsmigranten moeten echter de mogelijkheid hebben zelf te kunnen kiezen waar ze willen wonen. Als aandachtspunt geldt wel een goede bereikbaarheid van voorzieningen. Daarnaast wonen de tijdelijke arbeidsmigranten bij voorkeur dichtbij het werk.

In 2020 heeft onderzoek plaatsgevonden door de provincie Flevoland en de Flevolandse gemeenten. Hieruit komt naar voren dat er in 2018 circa 15.900 arbeidsmigranten werkzaam zijn in Flevoland. Sinds 2010 is het aantal geregistreerde arbeidsmigranten in Dronten jaarlijks toegenomen met 7%. Uit hetzelfde onderzoek blijkt dat het aantal arbeidsmigranten dat woonachtig in Flevoland op 16.200 wordt geschat. Ongeveer 75% werkt daarvan in de gemeente Almere of de Noordoostpolder. De overige 25% werkt in de overige Flevolandse gemeenten. In bepaalde sectoren zijn tijdelijke arbeidsmigranten noodzakelijk omdat binnen deze sectoren te weinig Nederlandse arbeidskrachten werkzaam zijn. In veel gevallen is er sprake van seizoensgebonden of tijdelijke arbeidsmigranten en is het aantal conjunctuurgevoelig. De gemeente Dronten is niet vergelijkbaar met de gemeente Lelystad, elke gemeente heeft weer eigen behoefte.

De gemeenteraad heeft op 3 november 2022 een motie ingediend en het college verzocht om op korte termijn een of meerdere voorstellen aan de gemeenteraad voor te leggen om locaties op bedrijventerreinen te bestemmen voor huisvesting van arbeidsmigranten.

Voordelen van arbeidsmigrantenhuisvesting aan de randen van bedrijventerreinen zijn:

  • Er is vaak meer beschikbare ruimte dan in bijvoorbeeld woongebieden;
  • De locaties gaan niet ten koste van woningbouw voor andere doelgroepen dan arbeidsmigranten;
  • Arbeidsmigranten werken meestal buiten de bebouwde kom. De locaties buiten de bebouwde kom zijn vaak lastig te bereiken met openbaar vervoer. Door arbeidsmigrantenhuisvesting mogelijk te maken op bedrijventerreinen wonen de arbeidsmigranten dichter bij werk en ook dichter bij voorzieningen;

Daarnaast zijn deze locaties relatief snel beschikbaar omdat de gemeente eigenaar is van de locaties Bruggepoort en Oude IJssel/Kromme Rijn. De locatie N307-Colijnweg is voorgesteld door De Regt, die eigenaar is van dit perceel.

We gaan uit dat met deze vraag wordt gerefereerd aan het manifest van 30 juni 2021, waarin eisen voor goede huisvesting van arbeidsmigranten zijn opgenomen. In afspraak 4 uit het manifest wordt aangegeven hoe we komen tot kwalitatief voldoende aanbod voor huisvesting van arbeidsmigranten. De beoogde locaties sluiten aan bij de afspraken zoals genoemd in het manifest.

Door juist locaties mogelijk te maken op bedrijventerreinen blijven de woningen in de woonwijken beschikbaar voor andere doelgroepen. Bovendien wordt het gebruik van woningen in woonwijken door arbeidsmigranten beperkt door de vergunningplicht daarvoor en de regel dat er 100 meter onderlinge afstand moet zijn tussen bijzondere woonvormen.

De vraag naar (tijdelijke) huisvesting van arbeidsmigranten is blijvend. In bepaalde sectoren zijn arbeidsmigranten noodzakelijk omdat binnen deze sectoren te weinig Nederlandse arbeidskrachten werkzaam zijn. Een stijging van het aantal banen in Nederland betekent ook een toename van het aantal arbeidsmigranten. Economische groei hangt samen met een toename van arbeidsmigranten. De beoogde locaties zijn vooral bedoeld voor werknemers van bestaande agrarische en industriële bedrijven.

Juist een grote locatie biedt de mogelijkheden voor goed beheer en een goede inpassing. Daarnaast heeft de gemeente veel werkgevers die voor hun productie afhankelijk zijn van arbeidskrachten elders uit de EU of daarbuiten. Die trend neemt de komende jaren eerder toe dan af. Het realiseren van (grootschalige) huisvesting is noodzakelijk om aan deze vraag tegemoet te komen. Het realiseren van kleinschalige huisvesting kan niet voldoende bijdragen aan het in 2020 vastgestelde beleid.

Bij de keuze van de locaties is hier al rekening mee gehouden. De beoogde locaties zijn groot genoeg en/of liggen gunstig genoeg om belemmering van de bedrijfsvoering te voorkomen. Ook bij de verdere uitwerking van de plannen wordt hiermee rekening gehouden en worden omliggende bedrijven betrokken.

In het algemeen gaan wonen en bedrijven niet goed samen. Er gelden onderlinge afstandsnormen, enerzijds voor een goed woonklimaat, anderzijds om de bedrijvigheid niet te belemmeren. Losse woningen op een bedrijfsterrein zijn daardoor moeilijk in te passen omdat ze te dicht bij bedrijfsgronden komen te liggen.
Om voldoende afstand te creëren zou veel grond gebruikt moeten worden voor een verder onbenutte bufferzone. Bij de grootschalige huisvesting van arbeidsmigranten ligt dit anders. Het gaat om enkele grote gebouwen op specifieke locaties, waarbij een groene inpassing en tientallen parkeerplaatsen vereist zijn, die als bufferzone kunnen dienen ten opzichte van omliggende bedrijven. Het verlies van nuttig bruikbare grond is hierdoor veel kleiner. In 2021 heeft bureau Sweco hier onderzoek naar gedaan. Het blijkt dat er voldoende afstand kan worden gehouden en dat de impact op de omliggende bedrijfsbestemmingen gering is.

Van het aantal arbeidsmigranten dat woonachtig is in Flevoland, in totaal 16.200, werkt 75% daarvan in Almere en Noordoostpolder. De overige 25% is verdeeld over de overige Flevolandse gemeenten. Veel van deze arbeidsmigranten werken juist in Dronten in de landbouw of op het bedrijventerrein. De nu voorgestelde locaties liggen niet in de woonkern, maar wel aan de randen van het dorp, op redelijke afstand van bestaande woningen, scholen en dergelijke. In het buitengebied bij Roggebot of Swifterbant zijn nu geen geschikte gronden beschikbaar. Uit de ervaring van de afgelopen jaren blijkt dat het lastig is om in het buitengebied van Dronten locaties te ontwikkelen. Dat komt omdat er weinig bouwkavels beschikbaar zijn. Daarnaast beperkt de spuitzoneproblematiek nieuwe ontwikkelingen in het buitengebied. (Kort samengevat houdt de spuitzoneproblematiek in dat binnen vijftig meter van agrarische gronden waar bestrijdingsmiddelen gebruikt mogen worden geen nieuwe ontwikkelingen zijn toegestaan voor het langdurig verblijf van mensen). Verder vinden wij het wenselijk om de huisvesting wat dichter bij voorzieningen te bouwen, zodat deze voorzieningen ook voor arbeidsmigranten zonder auto goed bereikbaar zijn. Dit sluit ook aan bij het manifest van 30 juni 2021 waarin de afspraak is opgenomen dat we tijdelijke arbeidsmigranten behandelen als gelijkwaardige en volwaardige deelnemers van de Drontense samenleving. Gebruik kunnen maken van de voorzieningen die wij bieden maakt hier dan ook onlosmakelijk onderdeel van uit.

Het ruimtebeslag van de aangewezen locaties op bestaande bedrijventerreinen is beperkt. In de toekomst zal er sowieso nieuwe bedrijfsgrond moeten bijkomen om aan de economische vraag te kunnen voldoen.

In het huidige beleid is opgenomen dat het vestigen van nieuwe locaties voor tijdelijke arbeidsmigranten tot 150 personen mogelijk is binnen de bebouwde kom en buiten de bebouwde kom. De vestiging van meer dan 150 personen is alleen mogelijk buiten de bebouwde kom. In het huidige beleid is ook opgenomen dat de huisvesting van tijdelijke arbeidsmigranten niet is toegestaan op bedrijventerreinen. Het voorstel wat er nu ligt voor de beoogde locaties is een afwijking van het nu toe geldende beleid en maakt onder meer de vestiging van tijdelijke arbeidsmigranten op bedrijventerreinen mogelijk, ook als deze terreinen in de bebouwde kom liggen. Het uitgangspunt van het voorstel is wel dat de locaties niet in woonwijken zullen komen. Ook zal een redelijke afstand tot bestaande woningen worden aangehouden. Een minimale afstand van 200 meter is niet noodzakelijk en niet altijd haalbaar. Pas bij verdere uitwerking van de plannen zal de exacte afstand duidelijk worden. Zoals ook opgenomen in de beleidsvisie huisvesting studenten en tijdelijke arbeidsmigranten geldt voor de vestiging tot 150 personen een bufferzone van 15 respectievelijk 30 meter tot de naastgelegen woning. Bij de vestiging van meer dan 150 personen geldt een bufferzone van 70 meter.

Iedereen mag locaties voorstellen. Echter elke voorgestelde locatie, bijvoorbeeld ingediend door een agrariër, of een locatie in het hotel in het centrum, wordt beoordeeld aan de hand van de specifieke locatie en de geldende regelgeving. Als er teveel huisvesting dreigt te komen zullen er geen vergunningen meer verstrekt worden. Een dergelijk situatie is echter nog niet in zicht.

Zoals hierboven aangegeven, iedereen mag een locatie voorstellen of een initiatief indienen. Dit initiatief zal dan worden beoordeeld. Uit de beoordeling zal dan ook blijken hoe de Colijnweg wordt ingericht en ontsloten. In ieder geval geldt wel dat het witte vlak bij de Colijnweg buiten de plannen valt.

Nee, de vlakken op de kaarten die de reservelocatie aanduiden zijn zoekgebied. Gronden binnen dit zoekgebied kunnen eventueel worden ingezet voor arbeidsmigrantenhuisvesting als huisvesting op een van de andere aangewezen locaties niet doorgaat. Het ruimtebeslag en de inrichting van de beoogde locaties is nog niet bekend. Uiteraard wordt rekening gehouden met de mogelijkheden van de locatie bij de uitwerking van de plannen. Uit de plannen zal dan ook verder blijken hoe de beoogde locaties worden ontsloten. Een goede ontsluiting is in ieder geval een belangrijke voorwaarde.

De reservelocatie wordt nog niet verder ontwikkeld. De andere drie locaties hebben gelijke prioriteit. Als er meer locaties afvallen wordt er verder gezocht binnen de gemeente.

Het is nog niet bekend hoe de huisvesting er precies uit gaat zien. Zoals uit de beantwoording op vraag 4 blijkt volgt na de aanwijzing van de locaties nog een heel ontwikkelings- en participatietraject.

De reservelocatie wordt nog niet uitgewerkt. Er is sprake van erfpacht van de Rijksoverheid (Domeinen). Er zij geen plannen voor vestiging van Domeinen roerende zaken op deze locatie.

De huisvesting is bedoeld voor arbeidsmigranten, waaronder ook seizoensarbeiders vallen, maar niet voor statushouders.

Dit is nog niet bekend, de plannen moeten nog gemaakt worden.

Op boerenerven is de huisvesting van seizoensgebonden arbeidsmigranten voor de eigen boerderij toegestaan. De regels hiervoor zijn onlangs verruimd om hiervoor meer mogelijkheden te bieden. Er geldt geen maximum aantal locaties voor deze vorm van huisvesting. Er is geen ruimte om alle migranten op boerenerven te huisvesten, ook omdat lang niet iedere agrariër zijn erf hiervoor beschikbaar wil stellen. Daarnaast is lang niet elke plek op een erf geschikt voor huisvesting, gelet op het spanningsveld tussen wonen en (agrarische) bedrijvigheid. Daarnaast dient nog rekening te worden gehouden met de spuitzones wat betekent dat binnen vijftig meter van agrarische gronden waar bestrijdingsmiddelen gebruikt mogen worden, geen nieuwe ontwikkelingen zijn toegestaan voor het langdurig verblijf van mensen.

Er gelden nog steeds afstandseisen tussen de rioolwaterzuivering en nieuwe woningbouw- en verblijfslocaties die waarschijnlijk beperkingen inhouden voor ontwikkeling van deze locatie. De locaties die zijn meegenomen zijn locaties waarover de gemeente kan (gaan) beschikken of waarover afspraken met de grondeigenaren zijn of kunnen worden gemaakt. Het betreft dus niet de locaties waar de gemeente geen eigenaar van is (m.u.v. de locatie Colijnweg: zie eerder). Er blijft ruimte bestaan voor initiatieven op andere locaties.

De locatie De Bever (Educalaan 45) is een particulier initiatief en valt buiten dit plan.

Na beëindiging van de studentenbewoning moeten de woningen door één huishouden bewoond worden (één gezin). Het staat De Regt vrij de woningen te verkopen of te verhuren, zolang er maar sprake is van bewoning door één huishouden. Bijzondere woonvormen (studentenhuisvesting, arbeidsmigranten) kunnen alleen vergund worden met een onderlinge afstand van 100 meter of meer. Om in de toekomst weer een bijzondere woonvorm in een van de woningen van De Regt te vestigen zou zo’n vergunning nodig zijn. In de huidige situatie kan die niet verleend worden omdat er al een andere studentenwoning op minder dan 100 meter afstand aanwezig is. Alleen als er nog veel meer studentenwoningen zouden verdwijnen in Dronten-Noord zouden er mogelijk nieuwe vergunningen verleend kunnen worden.

Het is de bedoeling om in Dronten in voldoende huisvesting voor studenten te voorzien. Zie hiervoor ook het antwoord op vraag 41.
Het doel van de afspraken met De Regt is het terugdringen van de overconcentratie van studentenwoningen in Dronten-Noord om de overlast te beperken. De beëindiging van de studentenbewoning in Dronten-Noord vindt niet in één keer plaats, maar gespreid over de komende jaren.

De Regt bezit in Dronten studentenwoningen, echter in Dronten-Noord bezit De Regt de meeste studentenwoningen. Daarnaast organiseert De Regt ook huisvesting voor arbeidsmigranten. De Regt is en blijft actief op beide terreinen. Er worden al een aantal jaren gesprekken gevoerd over het huisvestingsvraagstuk tussen de gemeente en De Regt, zo tracht De Regt bij te dragen aan de door de gemeente gestelde doelen.

De Aeres Hogeschool is belangrijk voor de werkgelegenheid en economie in Dronten. Daarbij zijn studenten een verrijking voor de gemeente. Goede studentenhuisvesting is nodig om continuïteit van de Hogeschool te kunnen behouden en haar groeiambities te kunnen realiseren. De plannen hebben geen teruggang in studentenaantallen als doel. Het betreft alleen het tegengaan van overconcentratie en overlast in één specifieke wijk, Dronten-Noord. Op andere locaties is groei van de studentenhuisvesting mogelijk.

Het is niet de taak van de gemeente om zelf huisvesting te bouwen. De gemeente faciliteert waarmee wordt bedoeld het planologisch mogelijk maken van studentencomplexen. De gemeente Dronten, de Aeres Hogeschool en de woningcorporatie zijn in gesprek over de realisatie van studentenhuisvesting om het tekort aan studentenhuisvesting aan te pakken.

De Aeres Hogeschool heeft een onderwijsopdracht en mag niet zelf studentenwoningen bouwen. De hogeschool kan wel ontwikkelaars faciliteren bij de bouw.

De gemeente, Aeres en OFW hebben daar in het afgelopen jaar samen onderzoek naar gedaan. Onder andere een enquête onder studenten, afgenomen in november 2023 heeft inzichten opgeleverd over de vraag, maar vervolgonderzoek is gewenst om nog beter in beeld te krijgen. Vooralsnog is de constatering dat Aeres rekening houdt met een stabilisatie of beperkte groei van studentenaantallen in komende jaren. Voorlopige inschatting is dat aan het begin van het schooljaar er een actueel tekort is van ca 30 kamers om studenten aan het begin van het schooljaar goed te kunnen huisvesten in Dronten. Dit kan ertoe leiden dat deze studenten afhaken om bij Aeres een studie te volgen, omdat er geen kamers gevonden kan worden. Bijvoorbeeld omdat de afstand tussen woonplaats en Dronten als te groot wordt gezien. Het totale actuele tekort schat Aeres in op zo’n 100 kamers voor studenten die buiten Dronten of nog thuis wonen en graag in Dronten zouden willen wonen (dat klopt op basis van de enquête). Er lopen acties om deze vraag naar komende studiejaren toe nog beter in beeld te krijgen. De beëindiging van studentenhuisvesting in Dronten-Noord is niet meegenomen in deze aantallen (zie hiervoor antwoord op vraag 36).
Om het tekort in de toekomst weg te werken, wordt gedacht aan een mix van maatregelen waarbij zowel gekeken wordt naar het beter inzetten van de bestaande campuskamers, een verkenning van meer studentenwoningen in de wijken (rekening houdend met beleidslijn t.a.v. studentenkamers als nieuwbouw. Hierover vinden verkennende gesprekken plaats tussen OFW, Aeres en de gemeente.

Het aantal formeel bij de gemeente ingediende overlastklachten over studentenhuizen is als volgt:

JaartalAantal klachten
202029
202145
202214
202311
2024 (t/m juni)10
Tabel met aantal klachten overlast studenten, per jaartal

Het betreft vooral klachten over geluid, ingediend door meerdere personen uit de omgeving van meerdere studentenhuizen. Het is niet aan te geven hoeveel klachten er bij de politie zijn ingediend omdat de politie geen onderscheid maakt tussen gewone huishoudens en studentenhuisvesting.

Op 9 november 2023 is de overeenkomst gesloten tussen het college als bevoegd gezag en De Regt. De overeenkomst heeft geen einddatum.

De overeenkomst is getekend en hierin zijn specifieke afspraken gemaakt met De Regt. Elke beoogde locatie staat voor een aantal op te heffen studentenwoningen. De overeenkomst met De Regt en het principeakkoord zien op fase 1. Fase 2 ziet op opheffing van de overige woningen, hierover zijn nog geen gesprekken gestart. Indien een locatie niet doorgaat bestaat de mogelijkheid om een nieuw initiatief in te dienen voor aanwijzing van een andere locatie. Ook deze locatie zal dan weer opnieuw moeten worden beoordeeld aan de op dat moment geldende regelgeving.

De grond is al eigendom van De Regt. De Regt krijgt hier alleen ontwikkelrechten voor de huisvesting van arbeidsmigranten. Hierbij loopt De Regt ontwikkelrisico en moet hij fors investeren.

Hij mag de gronden doorverkopen. De regels blijven gelden voor rechtsopvolgers. Ook blijven de afspraken over de opheffing van studentenwoningen gelden.

De Regt moet de bewoning door studenten beëindigen nadat een compensatiemaatregel (N307-Colijnweg, Bruggepoort en Rendierweg 33) definitief is geworden. Verdere informatie vindt u hier: https://www.dronten.nl/arbeidsmigrantenhuisvesting-relevante-documenten/.
De overeenkomst met De Regt wordt openbaar gemaakt zonder de bedrijfsmatige cijfers. De cijfers worden op grond van artikel 5.1, eerste lid onder c van de Wet open overheid niet openbaar gemaakt.

Er is geen sprake van voordeel of gratis grond. De Regt krijgt voor de twee locaties enkel ontwikkelrechten en moet hiervoor fors investeren en loopt ontwikkelrisico. De Regt moet studentenbewoning beëindigen, waardoor de inkomsten verminderen. De toegewezen locaties zijn een compensatie voor deze derving. Dit is door meerdere externe adviseurs begeleid en doorgerekend om er zeker van te zijn dat geen sprake is van (ongeoorloofde) overheidssteun.

Voor beide doelgroepen is er een huisvestingsvraagstuk. Door de afspraken met De Regt is er een samenloop ontstaan.
Uit de beleidsvisie huisvesting studenten en tijdelijke arbeidsmigranten blijkt dat er in het verleden grote concentraties studentenwoningen in met name Dronten Noord zijn ontstaan, wat overlast oplevert voor de omwonenden. Er zijn plannen gemaakt om de grote concentratie van studentenwoningen in Dronten Noord en daarmee de overlast te verminderen. In eerste instantie zijn gesprekken gevoerd met meerdere eigenaren, maar alleen De Regt bezit 16 studentenwoningen in Dronten-Noord. Als deze studentenwoningen worden opgeheven komt de situatie overeen met de beleidsvisie, namelijk 1 studentenwoning per 100 meter. Als compensatie voor het verminderen van het aantal studentenwoningen krijgt De Regt de mogelijkheid om arbeidsmigrantenhuisvesting te ontwikkelen.

Het betreft een compensatiemaatregel voor de opheffing van studentenwoningen en alleen De Regt is bij machte om de studentenwoningen op te heffen.

De erfpacht van de gemeente is in 2014 met 40 jaar verlengd. Het Rijksvastgoedbedrijf moet instemmen met de transactie met De Regt.

Het Didamarrest geeft als hoofdregel dat alle gegadigden mee moeten kunnen dingen bij de aankoop van gemeentelijke gronden. Er geldt een uitzondering als er slechts één partij is die aan de contractvoorwaarden kan voldoen. In dit geval kan alleen De Regt er voor zorgen dat een belangrijk gemeentelijk beleidsdoel (de vermindering van studentenwoningen in Dronten Noord) wordt gerealiseerd. In een dergelijk geval is een één-op-één contract toegestaan. Dit is ook juridisch onderzocht.

Tegen de overeenkomst tussen het college en De Regt is geen bezwaar mogelijk. De beoogde overdracht van gronden aan De Regt wordt gepubliceerd. Andere gegadigden voor de grond kunnen dan een kortgeding aanspannen.

Het uitgangspunt voor de plannen die ontwikkeld gaan worden is goede leefomstandigheden voor arbeidsmigranten én omwonenden. Hier ziet de kwaliteitscommissie op toe die de navolgende uitgangspunten hanteert:

  1. een bijdrage leveren aan het terugbrengen van het bestaande tekort aan arbeidsmigrantenhuisvesting;
  2. het realiseren van arbeidsmigrantenhuisvesting waarbij een goed en veilig woon- en leefklimaat voor zowel de arbeidsmigranten als de omwonenden uitgangspunt is;
  3. omliggende bedrijven mogen niet in hun bedrijfsmatige activiteiten worden belemmerd als gevolg van de aanwezigheid van de arbeidsmigrantenhuisvesting.
  4. het realiseren van de arbeidsmigrantenhuisvesting is financieel haalbaar voor de initiatiefnemer.

Vanwege praktische redenen is er een koppeling gemaakt tussen studentenoverlast en de huisvesting van arbeidsmigranten (zie ook vraag 49). De overlast van studenten komt door een te grote concentratie studentenwoningen in één gebied.
De meeste studentenhuisvesting in dit gebied bevindt zich in rijtjeswoningen, dus direct naast andere bewoners. Wij verwachten dergelijke overlast niet van de beoogde huisvesting van arbeidsmigranten.

Eén van de randvoorwaarden is dat we tijdelijke arbeidsmigranten behandelen als gelijkwaardige en volwaardige deelnemers van de Drontense samenleving. Zoals eerder in de beantwoording aangegeven zijn tijdelijke arbeidsmigranten noodzakelijk binnen bepaalde sectoren. Er is bij bestaande bedrijven in Dronten grote vraag naar deze werknemers. De eerder gekozen oplossingen hebben tot onvoldoende aanbod van huisvesting voor arbeidsmigranten geleid. Daarom is de keuze nu gevallen op de locaties op bedrijventerreinen. In het antwoord op vraag 15 wordt verder ingegaan op deze keuze.

De studentenwoningen in Dronten-Noord zijn direct toegestaan op grond van het bestemmingsplan (sinds kort omgevingsplan). Er zijn geen vergunningen voor nodig, waardoor het ook niet mogelijk is om extra eisen op het gebied van beheer en gebruik te stellen. Bij de nieuwe vestigingen voor arbeidsmigranten zijn wel vergunningen nodig. In deze vergunning kunnen eisen worden gesteld voor beheer en gebruik. Daarnaast zijn de op te heffen studentenwoningen rijtjeswoningen met directe buren. De beoogde locaties voor arbeidsmigranten liggen op afstand van bestaande woningen, juist om hinder te voorkomen. Beide soorten huisvesting zijn niet met elkaar te vergelijken. Voor de huisvesting van arbeidsmigranten worden randvoorwaarden gesteld (zie vraag 54) die worden getoetst door de kwaliteitscommissie.

Het gaat vooral om geluidoverlast, die vaak kortdurend maar frequent is. Het is dan lastig de veroorzakers op heterdaad te betrappen. De politie kan immers niet altijd snel aanwezig zijn. Daarnaast is het lastig om overlast objectief vast te stellen. Overlast wordt tenslotte door iedereen anders ervaren.

Het is nu niet vast te stellen of sprake kan zijn van waardevermindering van woningen. Indien er door de plannen aantoonbare waardevermindering optreedt is het mogelijk om een verzoek om nadeelcompensatie in te dienen bij de gemeente. Voor meer informatie verwijzen wij u naar de website.

Arbeidsmigranten hebben de mogelijkheid om gebruik te maken van huisartsen in de gemeente Dronten. Dit zal mogelijk enige extra belasting van de huisartsen betekenen. De gemeente Dronten is een gemeente met een groei opgave, waardoor het aantal inwoners ook afgezien van de huisvesting van arbeidsmigranten zal toenemen. Dit betekent dat de behoefte aan allerlei maatschappelijke voorzieningen -zoals huisartsen- hoe dan ook zal groeien.

Eén van de randvoorwaarden is dat we tijdelijke arbeidsmigranten behandelen als gelijkwaardige en volwaardige deelnemers van de Drontense samenleving. Dit betekent onder andere dat arbeidsmigranten zoals iedereen hun vrijetijd vrij mogen besteden zolang daar geen overlast uit ontstaat.

Wij hebben de vraag dusdanig geïnterpreteerd dat hier wordt verwezen naar de diverse procedures die er lopen tussen voor- en tegenstanders van de huisvesting waarbij het onderwerp spuitzones speelt. Bij de beoogde locaties is rekening gehouden met de spuitzonering, maar bij de verdere uitwerking van de beoogde locaties zal verder blijken of de locaties voldoen aan de geldende regelgeving.

Arbeidsmigranten met de nationaliteit van een EU/EEER lidstaat of Zwitserland mogen vrij werken in Nederland. Voor arbeidsmigranten die niet de nationaliteit van een EU/EER lidstaat of Zwitserland hebben, gelden specifieke eisen t.a.v. een visum (verblijf korter dan 90 dagen) of verblijfsvergunning (verblijf langer dan 90 dagen).